Eigenschappen/methoden weergeven, opdracht in het menu Bewerken

Opent een vervolgkeuzelijst in het venster Programmacode waarin de eigenschappen en methoden worden weergegeven die beschikbaar zijn voor het object De opdracht Eigenschappen/methoden weergeven geeft ook een lijst van de globaal beschikbare methoden weer wanneer de aanwijzer zich boven een lege ruimte bevindt. Als u de keuzelijst tijdens het typen van de programmacode automatisch wilt weergeven, selecteert u Automatisch instructies samenstellen op de tab Editor van het dialoogvenster Opties.

U kunt de gewenste eigenschap of methode op de volgende manier in de keuzelijst zoeken:

• Typ de naam van de constante. Terwijl u typt, wordt de eigenschap of methode waarvan de naam overeenkomt met de tekens die u typt, geselecteerd en boven aan de lijst weergegeven.
  
  
• Gebruik de toetsen PIJL-OMHOOG en PIJL-OMLAAG om door de lijst te bladeren.
  
  
• Blader door de lijst met behulp van de schuifbalk en selecteer de gewenste eigenschap of methode.

U kunt de eigenschap of methode op de volgende manieren in de instructie invoegen:

• Dubbelklik op de eigenschap of methode.
  
  
• Selecteer de eigenschap of methode en druk op TAB om de selectie in te voegen of op ENTER om de selectie in te voegen en naar de volgende regel te gaan.

  Opmerking Voor objecten van het type Variant wordt geen lijst weergegeven als deze objecten achter de punt (.) worden geplaatst.

Werkbalkknop:   . Sneltoetscombinatie:  CTRL+J.